De cao en de rol van de overheid

Een cao wordt afgesloten door de werkgeversorganisatie en vakbonden. In de ambachtelijke bakkerij zijn dat de NBOV en FNV en CNV. Beide partijen brengen hun eigen wensen in. De wensen van werkgevers worden opgesteld door de cao-ledencommissie. Het doel van de NBOV is uiteraard om ervoor te zorgen dat de lasten voor werkgevers niet te hoog worden terwijl het ambacht wel aantrekkelijk moet blijven voor medewerkers. De vakbonden willen vooral hogere lonen en regelingen voor oudere werknemers.

Toenemende invloed van de overheid

Helaas speelt de overheid een steeds grotere rol in cao-afspraken, verplichtingen van werkgevers en rechten van medewerkers. De aanpassing van het Wettelijk Minimum Loon (WML) bijvoorbeeld heeft veel impact gehad op de loontabellen. Ouderschapsverlof: fijn voor de medewerker, maar als werkgever moet je maar zorgen dat je het geregel krijgt. De meest recente inmenging van bovenaf is de urenbank: de Europese rechter heeft bepaald dat werkgevers parttimers op dezelfde manier moeten behandelen als fulltimers. Het gevolg is dat parttimers voor elk uur dat zij extra werken recht hebben op een overwerktoeslag, net zoals fulltimers.

De halfjaar-urensystematiek als oplossing

Omdat in de ambachtelijke bakkerijsector veel parttimers werken, zou deze maatregel tot te hoge kosten leiden. Daarom is gezocht naar een oplossing om de kosten te beperken. In de cao is dit uitgewerkt in de halfjaar urensystematiek. Dit betekent dat je voor alle medewerkers (dus ook fulltimers) extra gewerkte uren in een halfjaar tijd kunt verrekenen: je streept plusuren weg tegen minuren. Pas na dat half jaar moet je de overgebleven overuren uitbetalen. Dit betekent dus dat je op een andere manier moet omgaan met je planning, net als in de oude tijd-voor-tijd-regeling.

De werkgevers hadden dit liever niet gedaan. Het oude systeem werkte goed. Maar door de nieuwe uitleg van de wet was de oude regeling niet langer toegestaan.

Minder regels en lasten voor ondernemers

Deze voorbeelden laten zien hoe sterk cao’s tegenwoordig worden beïnvloed door wetgeving en beleid vanuit Den Haag en Brussel. De NBOV vindt dat de overheid moet zorgen dat elke sector zijn eigen specifieke afspraken moet kunnen maken. De ene sector is de andere niet. Samen met andere ondernemersorganisaties die ‘de winkelstraat’ vertegenwoordigen  houden we scherp de verkiezingsprogramma’s in de gaten en proberen we die te beïnvloeden.

Er moeten minder regels zijn voor ondernemers, de lasten moeten omlaag en zeker de werkgeverslasten. Niet elk probleem en de kosten daarvan moet worden neergelegd bij de ondernemer. Het moet voor medewerkers lonend zijn om te werken en voor ondernemers om te ondernemen!

De inzet van de NBOV

De NBOV blijft zich inzetten om de stem van werkgevers en ondernemers te laten horen bij de (Europese) overheid. Maar we moeten eerlijk zijn: zolang de overheid doorgaat met dit zullen regels en ook cao’s vaker bepalingen bevatten die nadelig zijn voor werkgevers.