Warenwetbesluit: andere naam voor knipwit en casinowit

De broodnamen knipwit en casinowit geven aan welke vorm het brood heeft. Volgens het nieuwe Warenwetbesluit mag je deze fantasienaam blijven gebruiken, als je de warenwettelijke naam maar op het schapkaartje vermeldt en de fantasienaam niet misleidend is. Je mag dus een brood geen maisbrood noemen, als het een tarwemaisbrood is.

De broodnamen witbrood en bruinbrood zijn dus niet meer exclusief voor tarwe. Daarom noem je een knipwit waarin tarwe minimaal 98% van het meelaandeel vormt, voortaan wit tarwebrood. Dezelfde geldt voor knipbruin (wordt bruin tarwebrood) of knipvolkorenbrood (volkorentarwebrood).

Mijn schapkaart is te klein, wat nu?

Een aantal van de softwareprogramma’s voor schapkaartjes gebruikt een vast lettertype en een vaste lettergrootte voor de naam van het product. Daardoor passen langere namen, zoals heel volkoren tarwespeltbrood, niet op het kaartje. Dit los je op de volgende manieren op:

  1. Verdeel je assortiment en je schappen in wit, bruin en volkoren. Meld op het schap om welke broodsoort het gaat en plaats de broden in het bijbehorende schap. Zo hoef je de vermelding wit, bruin en volkoren niet bij de warenwettelijke naam te gebruiken. Dat scheelt ruimte.
  2. Zet de fantasienamen op de eerste regel. Dit zijn namelijk de namen die de consument kent en gebruikt. Let wel op dat deze naam niet misleidend is.
  3. Vraag bij de leverancier van de software na of een kleiner lettertype mogelijk is. De lettertypes Arial, Calibri en Verdana zijn in een kleinere lettergrootte vaak beter te lezen dan bijvoorbeeld Times New Roman.
Wachtwoord resetten